Nederland gaat €500.000 bijdragen aan het Global Facility to Decarbonize Transport (GFDT) fonds van de Wereldbank.
Met dit fonds wordt fietsen en wandelen in steden overal ter wereld gestimuleerd en daar plukt ook de Nederlandse fietssector de vruchten van.
Directeur Generaal Afke van Rijn (Milieu en Internationaal) van het ministerie van IenW heeft dit vandaag bekend gemaakt op klimaattop COP29 in Azerbeidzjan. Ze vervangt op de klimaattop staatssecretaris Chris Jansen (OV en Milieu).
De bijdrage van Nederland aan het GFDT-fonds van de Wereldbank wordt ingezet op advisering door Nederlandse experts over fiets- en loopprojecten. Daarmee wordt het fietsen en lopen veiliger en aantrekkelijker gemaakt, wat uiteindelijk tot een toegankelijke en prettige leefomgeving leidt en een positieve impact heeft op de gezondheid en kwaliteit van leven. Het stimuleren van lopen en fietsen draagt daarnaast bij aan het tegengaan van verkeersopstoppingen en zorgt ook voor een schonere lucht.
Nationale trots
Staatssecretaris Jansen: “De fiets is toch een beetje onze nationale trots. Ik vind het mooi om te zien dat we die passie en expertise ook exporteren. Daarmee helpen we anderen en daar verdienen we zelf ook aan. Want elders investeren in fietsen werpt ook in Nederland zijn vruchten af: als fietsland bij uitstek zijn we een grote exporteur van producten en diensten rondom de fiets. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de export van fietsen maar ook adviezen van Nederlandse consultants over fietsvriendelijke infrastructuur. Een win-winsituatie dus.”
Nederland timmert internationaal al behoorlijk aan de weg als het gaat om fietsen. Zo heeft Nederland samen met België en Luxemburg in 2023 het initiatief genomen om de wereldwijde kennis rond fietsinfrastructuur te vergroten met als doel om in 10 jaar tijd 10.000 fietsexperts op te leiden.
Workshops voor fietsexperts
In workshops kijken Nederlandse fietsexperts samen met lokale organisaties en bestuurders hoe het fietsgebruik veiliger en aantrekkelijker kan worden gemaakt. Dit doen ze door verkeerskundige en planologische best practices te delen, en die toepasbaar te maken op lokale omstandigheden. Denk hierbij concreet aan het ontwerpen van een netwerk van fietsroutes of het verkeersveiliger maken van kruispunten.
Inmiddels zijn zo’n vierhonderd experts opgeleid. Voor 2025 staan er twaalf trainingen gepland en de komende jaren moet het aantal trainingen verder stijgen naar vijftig per jaar.
Dit artikel heeft tot nu toe 0 reacties.
Laat uw reactie achter.