Vanwege het handelsconflict tussen de Europese Unie en de Verenigde Staten van Amerika is op een aantal Amerikaanse goederen ‘een aanvullend recht dat voortvloeit uit een schorsing van concessies’ ingesteld.
De instelling van dit aanvullend recht heeft gevolgen voor de bijzondere regelingen.
Actieve Veredeling (AV)
Op het moment van plaatsen onder de regeling AV van goederen waarop een aanvullend recht van toepassing is, hoeven de aanvullende rechten niet betaald te worden. De aanvullende rechten moeten betaald worden op het moment dat deze goederen of de daaruit verkregen veredelingsproducten in het vrije verkeer van de EU worden gebracht.
Bij vergunningen AV die al verleend zijn voor goederen waarop nu aanvullend recht van toepassing is, mag niet langer gebruik gemaakt worden van equivalente goederen (artikel 168 lid 2 GVo.DWU).
Als een vergunning AV met heffing op basis van artikel 85 lid 1 DWU wordt aangevraagd voor goederen waarop aanvullend recht van toepassing is, dan moet op grond van artikel 166 lid 1 letter b van de GVo.DWU, toetsing van de economische voorwaarden plaats vinden.
Vergunningen AV die al verleend zijn voor goederen waarop nu aanvullend recht van toepassing is, hoeven niet alsnog ter toetsing van de economische voorwaarden worden voorgelegd. Bestaande vergunningen hoeven alleen worden voorgelegd als er bewijs voorhanden is dat de wezenlijke belangen van EU producenten waarschijnlijk worden geschaad door de verleende vergunning. Het instellen van een aanvullend recht is niet voldoende reden om aan te nemen dat hier sprake van is.
Let op
Als de looptijd van de vergunning verstreken is en belanghebbende een nieuwe vergunning aanvraagt, dan moet de aanvraag wel worden voorgelegd ter toetsing van de economische voorwaarden. Dit geldt ook als de looptijd van een bestaande vergunning verlengd zou worden.
Bijzondere bestemming (BB)
Als een aanvullend recht is of wordt ingesteld op goederen die op grond van hun specifieke bestemming met vrijstelling van rechten dan wel met een verlaagd recht in het vrije verkeer kunnen worden gebracht (bijzondere bestemming), dan is de vrijstelling of verlaging niet van toepassing op het aanvullend recht. Het aanvullend recht moet “gewoon” betaald worden.
Douane-entrepot, tijdelijke invoer
Op het moment van plaatsen onder de regeling Douane-entrepot of de regeling Tijdelijke invoer van goederen waarop een aanvullend recht van toepassing is, hoeven de aanvullende rechten niet betaald te worden. De aanvullende rechten moeten betaald worden op het moment dat de goederen in het vrije verkeer van de EU worden gebracht.
Let op
Bij tijdelijk invoer met gedeeltelijke vrijstelling wordt per maand dat de goederen zich onder de regeling bevinden 3% van het totale bedrag aan rechten verschuldigd. Dus ook over de aanvullende rechten.
Passieve veredeling (PV)
De gevolgen voor de regeling PV van het instellen van aanvullend recht zijn nog niet duidelijk. Hier wordt nog over gesproken in EU-verband.
Bron: Douane
Dit artikel heeft tot nu toe 0 reacties.
Laat uw reactie achter.