Regio’s en steden zijn voorstander van een snelle ontwikkeling van de trans-Europese vervoersnetwerken (TEN-T)


De strategische infrastructuurprojecten van de EU moeten worden vereenvoudigd en versneld, met name in grensregio’s, maar niet ten koste van de subsidiariteit en evenredigheid.

Zware administratieve procedures en onzekerheid over de regelgeving leiden tot vertragingen en hogere kosten bij de uitvoering van TEN-T-projecten. De regio’s en steden van de EU steunen de voorstellen van de Europese Commissie om de vergunnings- en regelgevingsprocedures te versnellen, maar eisen de volledige eerbiediging van de bevoegdheden van lokale en regionale overheden en benadrukken het belang van vroegtijdige raadpleging en consensusvorming.

De voltooiing van het TEN-T-netwerk zou op EU-niveau tot 2030 naar verwachting een extra groei van 4 500 miljard EUR of 1,8 % van het bruto binnenlands product genereren en een arbeidsvolume van 13 miljoen manjaren met zich meebrengen. Dit is van cruciaal belang voor de territoriale, economische en sociale samenhang in de EU en voor de bestrijding van de klimaatverandering.

Om deze redenen heeft het Europees Comité van de Regio’s (CvdR) – met de goedkeuring op 7 februari van het advies van Michiel Scheffer (NL/ALDE) – zijn volledige steun uitgesproken voor de vereenvoudigingsvoorstellen die de Europese Commissie in mei 2018 heeft ingediend om de uitvoering van projecten te versnellen, de procedure en de technische normen te harmoniseren en de interoperabiliteit te vergroten. Het CvdR is er met name mee ingenomen dat met het voorstel wordt beoogd om grensoverschrijdende samenwerking voor de ontwikkeling van vervoersverbindingen makkelijker te maken, om zo ontbrekende schakels op te vullen.

Tegelijkertijd herinnert de EU-assemblee van lokale en regionale overheden eraan dat de vereenvoudiging en terugdringing van de administratieve lasten niet ten koste mag gaan van de subsidiariteit en evenredigheid, aangezien de ontwikkeling van vervoersinfrastructuur vaak een bevoegdheid van de regionale overheden is en de afgifte van vergunningen meestal door nationale overheden wordt beheerd, met inachtneming van de vereisten die zowel op het niveau van de lidstaten als op EU-niveau zijn vastgesteld. Een uniforme aanpak van de vereenvoudiging zou dan ook ondoeltreffend zijn: dit vereist op maat gesneden maatregelen.

De nieuwe bepalingen – die voldoende flexibiliteit bieden en mogelijkheden voor de betrokkenheid van alle bestuursniveaus – zouden moeten helpen om de procedures binnen en tussen de lidstaten te coördineren, de wettelijke vereisten in verband met relevante EU-richtlijnen op het gebied van milieu, water en biodiversiteit te harmoniseren en de inspraak van het publiek te handhaven en te verbeteren. Het CvdR stelt ook voor dat de voorgestelde procedure niet op alle TEN-T-projecten moet worden toegepast, maar dat lidstaten moeten kunnen bepalen welke projecten onder de verordening vallen.

Nu het CvdR zijn voorstellen heeft gedaan zal het Europees Parlement naar verwachting zijn standpunt bepalen vóór de Europese verkiezingen in mei, terwijl de discussie tussen de lidstaten ook vragen oproept over de subsidiariteit en de noodzaak van een meer specifiek toepassingsgebied.

Dit artikel heeft tot nu toe 0 reacties.
Laat uw reactie achter.